I aardig

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈardəx]

1) als je iemand of iets aangenaam of vriendelijk vindt - friendly, pleasant, kind

De buurvrouw is een aardig mens. - Our neighbour is a nice woman. een aardig tuintje - pleasant-looking garden

2) nogal groot of veel - still some ..., quite some ...

Dat is nog een aardig eindje lopen. - We still got a long way to go. een aardig centje bijverdienen - earn some good money on the side

II aardig

bijwoord

Uitspraak:

[ˈardəx]

flink, nice, good - quite

Vanmorgen op de fiets was het nog aardig koud. - it was quite cold getting on the bike early in the morning. aardig op weg zijn om je diploma te halen - be close to graduating

© K Dictionaries Ltd.

aardig

kind ; benevolent ; charming ; congenial ; endearing ; engaging ; entrancing ; good-natured ; interesting ; attractive ; likable ; lovely ; mild ; nice ; sweet ; sympathetic ; winsome ; appealing ; alluring ; affable ; tidy ; relatively ; rather ; pretty ; pleasant ; funny ; friendly ; fairly ; fair ; entertaining ; earthy ; dainty ; amusing

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Wikipedia




NL: aangenaam
NL: aanmerkelijk
NL: aantrekkelijk
NL: amusant
NL: attent
NL: behoorlijk
NL: behulpzaam
NL: bekoorlijk
NL: belangwekkend
NL: bevallig

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: likeable US-spelling: likable

NL: een aardig sommetje EN: a handsome (pretty) sum of money
NL: ('t kost) aardig wat EN: a pretty penny
NL: het ziet er aardig uit EN: it looks nice
NL: dat is erg aardig van je EN: it is (that's) very good of you
NL: hij probeert aardig te zijn EN: he is trying to be funny