Vertalingen afvoer NL>DE
de afvoer
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈɑfur] |
| Verbuigingen: | afvoeren (meerv.) |
1) het afvoeren (1), of keer dat je iets afvoert -
Abtransport (der ~), Abfuhr (die ~) | Verbuigingen: | g.mv. (meerv.) |
| de afvoer van radioactief afval - die Abfuhr von radioaktivem Abfall |
2) pijp waardoor iets weg kan lopen -
Abfluss (der ~) | de afvoer van de wc - Toilettenabfluss |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de afvoer (m) | die Verschiffung ; die Verladung ; der Transport |
| de afvoer | der Abfluss |
| afvoer | Durchflußmenge ; Wasserführung ; Vorflutgraben ; Umladung ; Senke ; Rückung ; Gesamtabfluss ; Abbauförderung ; Dachabfluss ; Ausscheidung ; Ausladung ; Ausguss ; Ausfluss ; Abzugelektrode ; Abführmenge ; Abfuhr ; Abfluss |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afvoer`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afwateringNL: overbrengingNL: transportNL: verplaatsingNL: verschepingNL: vervoer
