Vertalingen zondebok NL>DE
de zondebok
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈzɔndəbɔk] |
| Verbuigingen: | zondebokken (meerv.) |
iemand die de schuld krijgt van iets -
Sündenbock (der ~) | Na de verloren wedstrijd wees de trainer de scheidsrechter aan als zondebok. - Nach dem verlorenen Wettkampf stellte der Trainer den Schiedsrichter als Sündenbock dar. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de zondebok (m) | der Sündenbock ; der Sündenböcke |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `zondebok`

Voorbeeldzinnen laden....