Vertaal
Naar andere talen: • zaak > ENzaak > ESzaak > FR
Vertalingen zaak NL>DE

zaak

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [zak]
Verbuigingen:  zaken (meerv.)

1) ding - Sache (die ~), Ding (das ~)
Je zaakjes bij elkaar rapen. - Seine Sachen zusammenraffen.
tafels, stoelen, krukken en meer van dat soort zaken - Tische, Stühle, Hocker und mehr solcher Art Sachen

2) iets wat besproken wordt - Angelegenheit (die ~)
het ministerie van Binnenlandse Zaken - das Innenministrium
uitdrukking Dat is mijn zaak.
uitdrukking Dat is niet veel zaaks.
uitdrukking Dat doe ik voor de goede zaak.

3) bedrijf - Geschäft (das ~), Betrieb (der ~), Unternehmen (das ~), Firma (die ~)
een eigen zaak beginnen - ein eigenes Unternehmen gründen
uitdrukking Zaken zijn zaken.
uitdrukking Zaken gaan vóór het meisje.
uitdrukking goede zaken doen met iemand

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de zaak (v) die Gesellschaft ; die Firma
de zaakdie Holdinggesellschaft ; die Ware ; das Unternehmen ; die Transaktion ; die Sachen ; die Sache ; das Laden ; die Angelegenheit ; die Holding ; das Handelsunternehmen ; das Geschäft ; der Gegenstand ; die Frage ; der Fall ; das Ding ; der Artikel
Bronnen: Wikipedia; interglot; Engoi Woordenschatoefeningen


Voorbeeldzinnen met `zaak`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aangelegenheid
NL: affaire
NL: artikel
NL: bedrijf
NL: boetiek
NL: deal
NL: ding
NL: doce
NL: firma
NL: geding

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: vervelend zaakje DE: unangenehme Geschichte, schwierige Angelegenheit
NL: de zaak (is mij niet duidelijk) DE: die Sache
NL: zaak in lederwaren DE: Lederwarengeschäft
NL: zaken zijn zaken DE: Geschäft ist Geschäft
NL: een goed zaakje DE: ein gutes Geschäft
NL: zaken (posten) afsluiten DE: Geschäfte, Abschlüsse tätigen
NL: goede zaken doen DE: gute Geschäfte machen
NL: goede zaken! DE: gute Verrichtung!
NL: eigen zaken gaan doen DE: (handel) sich selbständig machen
NL: het hele zaakje (boel, rommel) (kost maar f1) DE: die ganze Sache, die ganze Geschichte
NL: (neem) het hele zaakje (rommel) (maar mee) DE: den ganzen Kram
NL: (zijn vader) zit in een zaak DE: hat ein Geschäft
NL: hij zit in zaken DE: er ist ein Geschäftsmann
NL: in zaken van (inzake) godsdienst DE: in Sachen der Religion
NL: dat doet niets ter zake DE: das tut nichts zur Sache
NL: ter zake! DE: zur Sache
NL: ter zake v. DE: wegen (2)
NL: (minister) van algemene zaken DE: für allgemeine Angelegenheiten
NL: het ergste van de zaak (is) DE: das Schlimmste bei der Sache
NL: op slot van zaken DE: schließlich
NL: voor zaken op reis zijn DE: in Geschäften, geschäftlich verreist sein