1. MWB
  2. Vertalen
  3. wennen (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • wennen > EN • wennen > ES • wennen > FR
Vertalingen wennen NL>DE

wennen

werkw.
Uitspraak:  ['wɛnə(n)]
Verbuigingen:  wende (verl.tijd ) heeft gewend (volt.deelw.)

zo worden dat je het normaal vindt of er geen last meer van hebt - gewöhnen , sich gewöhnen an
De eenzaamheid wende niet. - ... konnte sich nicht an die Einsamkeit gewöhnen.
Het was even wennen, maar ik zou nu niet anders meer willen. - Ich musste mich erst daran gewöhnen, aber ich würde es jetzt nicht mehr anders wollen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wennen (ww.) akklimatisieren (ww.) ; sich angewöhnen (ww.) ; sich eingewöhnen (ww.) ; sich gewöhnen (ww.)
wennen (werkw.) gewöhnen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `wennen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanpassen
NL: aarden
NL: acclimatiseren
NL: gewendraken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: dat went wel DE: daran gewöhnt man (das)
NL: zie gewennen DE: gewend