Vertaal
Naar andere talen: • wekken > ENwekken > ESwekken > FR
Vertalingen wekken NL>DE

wekken

werkw.
Uitspraak:  ['wɛkə(n)]
Verbuigingen:  wekte (verl.tijd ) heeft gewekt (volt.deelw.)

1) wakker maken - aufwecken , wecken
Hij werd gewekt door een harde knal. - Er wurde von einem harten Knall geweckt.
Wek mij morgen om zeven uur. - Weck mich morgen um sieben Uhr.

2) laten ontstaan - wecken
Zijn interesse werd gewekt door een artikel in de krant. - Sein Interesse wurde durch einen Zeitungsartikel geweckt.
argwaan wekken - Argwohn wecken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wekken (ww.) aufwecken (ww.) ; wecken (ww.)
wekken erwecken
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `wekken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: alarmeren
NL: leiden tot
NL: opwekken
NL: veroorzaken
NL: wakker maken