Vertaal
Naar andere talen: • wegijlen > ENwegijlen > ESwegijlen > FR
Vertalingen wegijlen NL>DE
wegijlen (ww.) davoneilen (ww.) ; davonlaufen (ww.) ; fliehen (ww.) ; flüchten (ww.) ; fortrennen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `wegijlen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: wegdraven
NL: weghaasten
NL: weghollen
NL: wegrennen
NL: wegsnellen
NL: wegspoeden
NL: wegstuiven