Vertalingen vooruitzien NL>DE
vooruitzien (ww.) | entgegensehen (ww.) ; erwarten (ww.) ; hoffen (ww.) ; voraussehen (ww.) |
vooruitzien | vorausschauen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vooruitzien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: tegemoetzienNL: uitkijken naarNL: verwachten