de voorrang

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:

['vorɑŋ]

1) het recht om als eerste iets te doen of te krijgen - Vorrang (der ~), Vorrecht (das ~)

Vijfenzestigplussers hebben voorrang op een benedenwoning. - Menschen, die älter als fünfundsechzig sind, haben Vorrecht auf eine Parterrewohnung.

2) het recht om als eerste door te rijden - Vorfahrt (der ~)

Het verkeer dat van rechts komt, heeft voorrang op de andere weggebruikers. - Der Verkehr, der von rechts kommt, hat Vorfahrt vor den anderen Verkehrsteilnehmern. iemand voorrang verlenen - jemandem Vorfahrt gewähren voorrangsweg - Vorfahrtstraße

© K Dictionaries Ltd.

de voorrang (m)	die Priorität ; die Vorfahrt
de voorrang	der Vorrang
voorrang	Priorität ; Prioritätsrecht ; Rangfolge ; Vorfahrt ; Vorfahrtrecht ; Vorfahrtsrecht ; Vorrang

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: preferentie
NL: primaatschap
NL: prioriteit
NL: voorkeur

NL: voorrang hebben DE: (bij verkeer) Vorfahrt haben
NL: voorrang verlenen DE: (bij verkeer) vorfahren lassen, die Vorfahrt, das Vorfahrtsrecht beachten
NL: tegemoetkomend verkeer heeft voorrang DE: (verkeersbord) verbotene Durchfahrt bei Gegenverkehr