Vertaal
Naar andere talen: • voorbinden > ENvoorbinden > ESvoorbinden > FR
Vertalingen voorbinden NL>DE
voorbinden (ww.) eintreten (ww.) ; geben (ww.) ; heucheln (ww.) ; vorbinden (ww.) ; vormachen (ww.) ; vornehmen (ww.) ; vortun (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voorbinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: voordoen