Vertalingen voeden NL>DE
voeden
werkw.
Uitspraak: | ['vudə(n)] |
Verbuigingen: | voedde (verl.tijd ) heeft gevoed (volt.deelw.) |
voedsel laten eten dat je aanbiedt -
füttern , ernähren Ze voedt haar baby twee keer per nacht. (=ze laat de baby twee keer per nacht melk drinken) - Sie füttert ihr Baby zweimal pro Nacht.
|
zich voeden met iets (=eten) - fressen
De uil voedt zich vooral met muizen en insecten. - Die Eule ernährt sich vor allem von Mäusen und Insekten.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voeden (ww.) | ernähren (ww.) ; essen (ww.) ; großziehen (ww.) ; Nahrung geben (ww.) ; nähren (ww.) ; speisen (ww.) ; verpflegen (ww.) |
voeden (werkw.) | nähren |
het voeden | das füttern ; die Fütterung |
voeden | speisen ; versorgen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `voeden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eten gevenNL: spijzigenNL: te eten gevenNL: voederenNL: voedsel gevenNL: voedsgevenNL: voerenNL: zogenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z.
voeden met vruchten
DE: sich von Früchten nähren