Vertalingen vloek NL>DE
de vloek
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [vluk] |
Verbuigingen: | vloeken (meerv.) |
1) woord dat de naam van God bevat en dat je gebruikt als je boos bent -
Fluch (der ~) een vloek slaken - einen Fluch aussprechen |
in een vloek en een zucht (=heel snel) - im Nu
In een vloek en een zucht was ze klaar. - Im Handumdrehen war sie fertig.
|
2) verzoek aan God om iets vervelends te laten gebeuren -
Fluch (der ~) een vloek uitspreken over - jemanden oder etwas mit einem Fluch belegen |
er rust een vloek op (=<dit zeg je als iemand veel pech heeft met iets of als iets elke keer weer niet lukt>) - darauf liegt ein Fluch
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de vloek (m) | der Bannfluch ; der Fluch ; das Schimpfwort ; die Verdammnis ; die Verfluchung ; die Verwünschung |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `vloek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: banvloekNL: beheksenNL: bezoekingNL: doemNL: krachttermNL: vertikkingNL: vervloekingNL: verwensingUitdrukkingen en gezegdes
NL: in een
vloek en een zucht
DE: im Handumdrehen