Vertalingen verzuchten NL>DE
verzuchten
werkw.
Uitspraak: | [vər'zʏxtə(n)] |
Verbuigingen: | verzuchtte (verl.tijd ) heeft verzucht (volt.deelw.) |
met een zucht of klagend zeggen -
seufzen Hij verzuchtte dat hij altijd alles zelf moest doen. - Er seufzte, dass er immer alles allein tun müsse. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verzuchten (ww.) | aufzeufzen (ww.) ; seufzen (ww.) ; tief aufseufzen (ww.) ; ächzen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verzuchten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: zuchten