Vertalingen verwijlen NL>DE
verwijlen (ww.) | bleiben (ww.) ; dauern (ww.) ; fortdauern (ww.) ; fortwähren (ww.) ; sich aufhalten (ww.) ; stehenbleiben (ww.) ; verweilen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verwijlen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blijfNL: blijftNL: blijvenNL: toevenNL: vertoeven