Vertalingen verpozen NL>DE
verpozen (ww.) | ausruhen (ww.) ; pausieren (ww.) ; ruhen (ww.) ; sich ausruhen (ww.) ; sich erholen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verpozen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontspannenNL: relaxenNL: rustenNL: uitrustenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z.
verpozen
DE: sich erholen, ausruhen