Vertalingen veroordelen NL>DE
veroordelen
werkw.
| Uitspraak: | [vərˈordelə(n)] |
| Verbuigingen: | veroordeelde (verl.tijd ) heeft veroordeeld (volt.deelw.) |
1) (in een rechtszaak) een oordeel uitspreken over -
verurteilen | iemand veroordelen tot vijf jaar gevangenisstraf - jemanden zu einer fünfjährigen Gefängnisstrafe verurteilen |
2) afkeuren -
verurteilen , missbilligen | iemands negatieve gedrag veroordelen - jemandes negatives Verhalten verurteilen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| veroordelen (ww.) | das Urteil sprechen (ww.) ; mißbilligen (ww.) ; rügen (ww.) ; tadeln (ww.) ; verurteilen (ww.) |
| veroordelen (werkw.) | missbilligen ; rügen ; tadeln ; verurteilen |
| het veroordelen | verdammen |
| veroordelen | bestrafen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `veroordelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afkeurenNL: vonnissen