Vertaal
Naar andere talen: • verliezen > ENverliezen > ESverliezen > FR
Vertalingen verliezen NL>DE

verliezen

werkw.
Uitspraak:  [vərˈlizə(n)]
Verbuigingen:  verloor (verl.tijd ) is, heeft verloren (volt.deelw.)

1) niet meer hebben wat je eerst wel had - verlieren
Ik heb mijn sleutels verloren. - Ich habe meine Schlüssel verloren.
verloren en gevonden voorwerpen - verlorene und gefundene Gegenstände
je kalmte verliezen - die Ruhe verlieren
uitdrukking verliezen op de verkoop van je huis

2) verslagen worden - verlieren
In 1815 verloor Napoleon de slag bij Waterloo. - 1815 verlor Napoleon die Schlacht bei Waterloo.
Als ik met mijn zoon dam, verlies ik altijd. - Wenn ich mit meinem Sohn Dame spiele, verliere ich immer.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verliezen (ww.) abhanden kommen (ww.) ; abhandenkommen (ww.) ; unterliegen (ww.) ; verlieren (ww.) ; verloren gehen (ww.) ; vermissen (ww.)
verliezen (werkw.) verlieren
het verliezendie Niederlage ; der Verlust
verliezen einbüßen ; einen Verlust erfahren ; einen Verlust machen ; Verlust ; Verluste
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `verliezen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: derven
NL: erbij inschieten
NL: kwijt raken
NL: kwijtraken
NL: missen
NL: onderuitgaan
NL: verlies
NL: verloren gaan
NL: wegraken
NL: zoekmaken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: op iets verliezen DE: an etwas (3) verlieren
NL: uit het oog verliezen, aus den Augen verlieren DE: (anders) außer acht lassen
NL: de verliezende partij DE: die unterliegende Partei