Vertaal
Naar andere talen: • verkeren > ENverkeren > ESverkeren > FR
Vertalingen verkeren NL>DE
verkeren (ww.) irgendwo verkehren (ww.) ; umsatteln (ww.) ; umändern (ww.) ; variieren (ww.) ; verkehren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verkeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbelangen
NL: aangaan
NL: betreffen
NL: ergens verkeren
NL: frequenteren
NL: omgaan
NL: omgaan met

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: aan het hof verkeren DE: am Hofe verkehren
NL: in gevaar verkeren DE: sich in Gefahr befinden
NL: (in levensgevaar) verkeren DE: schweben
NL: in een dwaling verkeren DE: in einem Irrtum befangen sein
NL: in de mening verkeren DE: der Meinung sein, meinen
NL: in twijfel verkeren DE: Zweifel hegen, im Zweifel sein
NL: (droefheid) in vreugde doen verkeren DE: in Freude verkehren
NL: (liefde kan) in haat verkeren DE: sich in Haß verkehren, sich in Haß verwandeln
NL: het kan verkeren DE: das Blättchen kann sich wenden, es kann sich verkehren