Vertalingen verkeer NL>DE
het verkeer
zelfst.naamw.
1) alle mensen en vervoertuigen, vooral op de openbare weg -
Verkehr (der ~) snelverkeer - Schnellverkehr treinverkeer - Zugverkehr deelnemen aan het verkeer - am Verkehr teilnehmen Tijdens het spitsuur is er veel verkeer. - Während der Stoßzeit ist viel Verkehr auf den Straßen. |
zwaar verkeer (=vrachtwagens) - Schwerlastverkehr
|
het vrije verkeer van personen (=de mogelijkheid om zonder belemmeringen te reizen) - Reisefreiheit von Personen
|
2) het omgaan met mensen -
Verkehr (der ~) seksueel verkeer - Intimverkehr |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het verkeer | die Gemeinschaft ; der Geslechtsverkehr ; der Personenverkehr ; der Sexualverkehr ; der Verkehr ; die öffentliche Verkehrsmittel |
verkeer | Durchgangs- ; Durchgangsknoten ; fließender Verkehr ; Transit- ; Transitknoten ; Verkehr ; Verkehrsgeschehen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `verkeer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: geslachtsgemeenschapNL: omgangNL: vervoer over openbare wegenUitdrukkingen en gezegdes
NL: doorgaand
verkeer
DE: Durchgangsverkehr, (op bord) Fahrtrichtung!, Fernverkehr!NL: plaatselijk
verkeer
DE: Ortsverkehr (der)NL: eisen van het
verkeer
DE: VerkehrserfordernisseNL: niet in staat om aan het
verkeer deel te nemen
DE: verkehrsuntüchtigNL: met huiselijk
verkeer
DE: (in advert.) mit Familienanschluß