Vertaal
Naar andere talen: • verdelen > ENverdelen > ESverdelen > FR
Vertalingen verdelen NL>DE

verdelen

werkw.
Uitspraak:  [vərˈdelə(n)]
Verbuigingen:  verdeelde (verl.tijd ) heeft verdeeld (volt.deelw.)

1) in stukken delen - teilen
de taart in acht punten verdelen - die Torte in acht Stücke teilen

2) iedereen een deel geven - verteilen
de lasten verdelen - die Aufgaben verteilen
de geldprijs verdelen over alle leden van het team - den Geldpreis auf alle Teammitglieder verteilen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verdelen (ww.) teilen (ww.) ; gewähren (ww.) ; herbeibringen (ww.) ; herbeischaffen (ww.) ; herumreichen (ww.) ; holen (ww.) ; liefern (ww.) ; parzellieren (ww.) ; schaffen (ww.) ; geben (ww.) ; verabreichen (ww.) ; verbreiten (ww.) ; vermitteln (ww.) ; verschaffen (ww.) ; verteilen (ww.) ; weitergeben (ww.) ; überreichen (ww.) ; zuteilen (ww.) ; einbringen (ww.) ; aufteilen (ww.) ; ausgeben (ww.) ; aushändigen (ww.) ; ausschütten (ww.) ; ausstellen (ww.) ; austeilen (ww.) ; bereitstellen (ww.) ; besorgen (ww.) ; distribuieren (ww.)
verdelen (werkw.) verteilen ; teilen ; einteilen
verdelen Aufrühren ; Verteilungspolitur ; Verteiler ; verteilen ; Rühren
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `verdelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: delen
NL: distribueren
NL: kavelen
NL: opdelen
NL: ronddelen
NL: rondgeven
NL: rondreiken
NL: uitdelen
NL: uitreiken
NL: verkavelen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (iets) in drie delen verdelen DE: in drei Teile teilen
NL: verdeel en heers DE: trenne und herrsche