Vertaal
Naar andere talen: • vatbaarheid > ENvatbaarheid > ESvatbaarheid > FR
Vertalingen vatbaarheid NL>DE
de vatbaarheid (v) die Empfindlichkeit ; die Hinfälligkeit ; die Kränklichkeit ; die Schwachheit ; die Schwäche ; die Verletzbarkeit
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vatbaarheid`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanleg
NL: gevoeligheid
NL: predispositie
NL: zwakte