valuta

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[vaˈlyta]
Verbuigingen:	valuta's (meerv.)

geld waarmee je in een bepaald land betaalt, bijvoorbeeld de euro - Valuta (die ~), Währung (die ~)

vreemde valuta - Fremdwährung

© K Dictionaries Ltd.

de valuta	der Geldkurs ; die Geldsorte ; die Geldsorten ; die Geldwährung ; der Kurs ; die Münzsorte ; der Umrechnungskurs ; die Valuta ; die Wechselgebühr ; der Wechselkurs ; die Währung ; die Währungseinheit
valuta	Währung

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: betaalmiddel
NL: geldsoort
NL: herleidingskoers
NL: koers
NL: munteenheid
NL: muntsoort
NL: wisselkoers

NL: vreemde valuta DE: ausländische Valuta, fremde Währung
NL: in Duitse valuta DE: in deutscher Währung
NL: harde, zachte valuta DE: harte, weiche Währung
NL: landen met een harde, zachte valuta DE: Hartwährungsländer, Weichwährungsländer