Vertaal
Naar andere talen: • uitpuilen > ENuitpuilen > ESuitpuilen > FR
Vertalingen uitpuilen NL>DE
uitpuilen (ww.) ausbeulen (ww.) ; herausquellen (ww.) ; hervorquellen (ww.) ; hervorstehen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitpuilen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bol staan
NL: puilen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: uitpuilende ogen DE: vorquellende Augen, Quellaugen