Vertalingen uitgieten NL>DE
uitgieten (ww.) | ausgießen (ww.) ; ausleeren (ww.) ; ausschütten (ww.) ; entleeren (ww.) |
het uitgieten | die Ausschüttung |
uitgieten | Gießen ; Umgießen ; vergießen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitgieten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ledigenNL: leeggietenNL: leegmakenNL: plengenNL: schenken