Vertaal
Naar andere talen: • uitbrander > ENuitbrander > ESuitbrander > FR
Vertalingen uitbrander NL>DE

de uitbrander

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  œydbrɑndər]
Verbuigingen:  uitbranders (meerv.)

strenge berisping - Schelte (die ~), Rüffel (der ~)
iemand een flinke uitbrander geven - jemandem einen ordentlichen Rüffel erteilen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de uitbrander (m) der Rüffel ; die Standpauke ; der Tadel ; der Verweis
Bronnen: Wiktionary; interglot


Voorbeeldzinnen met `uitbrander`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: berisping
NL: blaam
NL: schrobbering
NL: standje
NL: terechtwijzing
NL: verwijt