Vertalingen trom NL>DE
trom
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [trɔm] |
| Verbuigingen: | trommen (meerv.) |
slaginstrument dat bestaat uit een cilinder die is bespannen met een stuk vel waarop je met je handen of speciale stokken slaat -
Trommel (die ~) | de grote trom - die große Trommel |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de trom | die Büchse ; die Dose ; die Trommel |
| trom | Trommel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `trom`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: trommelUitdrukkingen en gezegdes
NL: de grote
trom roeren
DE: die große Trommel rührenNL: met stille
trom vertrekken
DE: ohne Sang und Klang abziehenNL: met slaande
trom
DE: mit klingendem Spiel