Vertalingen trekvogel NL>DE
de trekvogel
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈtrɛkfoxəl] |
| Verbuigingen: | trekvogels (meerv.) |
vogel die in het najaar naar warmere streken vliegt en in het voorjaar weer terugkomt -
Zugvogel (der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de trekvogel (m) | der Zugvogel |
| trekvogel | Zugvogel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `trekvogel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: trekker