Vertaal
Naar andere talen: • trekker > ENtrekker > EStrekker > FR
Vertalingen trekker NL>DE

de trekker

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈtrɛkər]
Verbuigingen:  trekkers (meerv.)

1) motorvoertuig met grote, brede en geprofileerde achterbanden waarmee je karren en machines trekt, vooral in de landbouw - Trecker (der ~), Traktor (der ~)
een optocht van antieke trekkers

2) onderdeel van iets waaraan je moet trekken om het te laten functioneren (van de wc, de bel of een vuurwapen) - Zugleine (die ~), Zugkette (die ~), Abzug (der ~)
uitdrukking de trekker overhalen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de trekker (m) Wandersmann ; die wanderin ; der Trecker ; der Traktor ; der Schlepper ; der Scheibenwischer ; der Sattelschlepper ; der Abzug
trekker Wischer ; Zugmaschine ; Zugkraftkarren ; Abfeuerungspedal ; Wanderer ; Trassant ; Sperrzahn ; Schlepper ; Klinke ; Handzug ; Aussteller ; Auslöseknopf ; Ausloeser ; Abzug
Bronnen: Wikipedia; interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `trekker`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: glazenwisser
NL: kampeerder
NL: lokkertje
NL: migrant
NL: ruitenwisser
NL: tractor
NL: trekster
NL: voetreiziger
NL: wandelaar
NL: wisser