Vertaal
Naar andere talen: • tractor > ENtractor > EStractor > FR
Vertalingen tractor NL>DE

de tractor

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈtrɑktɔr]
Verbuigingen:  -en, -s (meerv.)

motorvoertuig met grote, brede en geprofileerde achterbanden waarmee je karren en machines trekt, vooral in de landbouw - Traktor (der ~), Trecker (der ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de tractor (m) der Sattelschlepper ; der Schlepper ; der Traktor ; der Trecker
tractor Schlepper ; Zugmaschine
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `tractor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: trekker

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: tractor op rupsbanden DE: Raupenschlepper (der)