Vertaal
Naar andere talen: • toetsen > ENtoetsen > EStoetsen > FR
Vertalingen toetsen NL>DE

toetsen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtutsə(n)]
Verbuigingen:  toetste (verl.tijd ) heeft getoetst (volt.deelw.)

testen - prüfen
iemand toetsen op zijn kennis - jemanden auf seine Kenntnisse hin überprüfen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
toetsen (ww.) abhören (ww.) ; ausprobieren (ww.) ; erproben (ww.) ; examinieren (ww.) ; experimentieren (ww.) ; kontrollieren (ww.) ; nachprüfen (ww.) ; nachsehen (ww.) ; testen (ww.) ; überprüfen (ww.)
toetsen (mv.) Tasten (mv.)
toetsen prüfen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `toetsen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: appreciëren
NL: examineren
NL: keuren
NL: klavier
NL: overhoren
NL: proberen
NL: testen
NL: uitproberen
NL: uittesten