de lezing

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈlezɪŋ]
Verbuigingen:	lezingen (meerv.)

1) verhaal over een bepaald onderwerp met publiek erbij - Vortrag (der ~), Lesung (die ~)

een lezing geven - eine Lesung abhalten

2) hoe je (iets) begrepen hebt - Lesung (die ~), Fassung (die ~)

Er zijn verschillende lezingen over die gebeurtenis. - Es gibt unterschiedliche Fassungen dieses Ereignisses.

3) het lezen - Lesen (das ~)

Na lezing van dit boek weet ik veel meer van dat onderwerp. - Nach dem Lesen dieses Buches weiß ich viel mehr über dieses Thema.

© K Dictionaries Ltd.

de lezing (v)	die Denkweise ; der Vortrag ; die Vorlesung ; die Version ; die Unterredung ; das Referat ; die Rede ; die Lesung ; das Konzert ; das Gespräch ; die Deklamation ; die Debatte ; die Besprechung ; die Ansprache ; die Ansichtsweise ; die Ansicht ; die Anschauung
lezing	Referat ; Vortrag

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




NL: denkbeeld
NL: gezichtspunt
NL: idee
NL: interpretatie
NL: inzicht
NL: leesbeurt
NL: mening
NL: oordeel
NL: opinie
NL: opvatting

NL: (iets) na lezing (doorzenden) DE: nach Durchsicht
NL: ter lezing leggen, liggen DE: (zur Einsicht) auslegen, ausliegen DE: auflegen, aufliegen