Vertalingen toekomst NL>DE
de toekomst
zelfst.naamw. (v.)
de tijd na nu -
Zukunft (die ~) de toekomst voorspellen - die Zukunft vorhersagen |
de toekomst rooskleurig/zonnig inzien (=optimistisch zijn) - die Zukunft durch die rosarote Brille sehen
|
een blik in de toekomst werpen (=vooruitkijken) - einen Blick in die Zukunft werfen
|
De club heeft geen toekomst meer. (=de club zal ophouden te bestaan) - Der Verein hat keine Zukunft mehr.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de toekomst (v) | der Ausblick ; die Aussicht ; der Aussichtspunkt ; der Gesichtspunkt ; die Möglichkeit ; die Vorderaussicht ; die Zukunft ; die Zukünfte |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `toekomst`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: de komende tijdNL: kansNL: perspectiefNL: toekomentijdNL: toekomstenNL: verschietNL: voorlandNL: vooruitzicht