toedoen

phrase

Uitspraak:

[ˈtudun]

door wat ... deed, door de schuld van - durch Zutun von

Door toedoen van mijn buurman, kon ik vannacht niet slapen. - Durch Zutun meines Nachbarn konnte ich heute Nacht nicht schlafen.

© K Dictionaries Ltd.

toedoen (ww.)	abdichten (ww.) ; abschliessen (ww.) ; isolieren (ww.) ; schließen (ww.) ; sperren (ww.) ; verriegeln (ww.) ; verschließen (ww.) ; versperren (ww.) ; zumachen (ww.) ; zusperren (ww.)
het toedoen	das Tun ; das Zutun

Bronnen: interglot; Wikipedia




NL: afsluiten
NL: dichtdoen
NL: dichtmaken
NL: hulp
NL: sluiten
NL: toemaken
NL: toetrekken

NL: ('n oog) toedoen DE: (figuurlijk) zudrücken
NL: (dat) doet er niet toe DE: (das) tut nichts (zur Sache), (das) macht nichts (aus)
NL: (wat) doet het ertoe? DE: macht's?
NL: buiten mijn toedoen DE: ohne mein Zutun