Vertalingen teren NL>DE
teren (ww.) | teeren (ww.) |
teren (werkw.) | teeren |
het teren | das mit Teer einschmieren |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `teren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: levenNL: met teer besmerenNL: met teer ingesmeerdNL: met teer insmerenUitdrukkingen en gezegdes
NL: op zijn vet, op zijn roem
teren
DE: von seinem Fett, vom Ruhm zehren