Vertalingen ten doel hebben NL>DE
ten doel hebben (ww.) | annehmen (ww.) ; anstreben (ww.) ; beabsichtigen (ww.) ; bezwecken (ww.) ; erstreben (ww.) |
ten doel hebben | dazu berufen sein ; zum Ziel haben |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ten doel hebben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedoelenNL: beogen