Vertaal
Naar andere talen: • ontgoochelen > ENontgoochelen > ESontgoochelen > FR
Vertalingen ontgoochelen NL>DE
ontgoochelen (ww.) desillusionieren (ww.) ; enttäuschen (ww.) ; ernüchtern (ww.) ; frustrieren (ww.)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `ontgoochelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afvallen
NL: benadelen
NL: duperen
NL: frustreren
NL: laten zakken
NL: tegenvallen
NL: teleurstellen