Vertaal
Vertalingen tegensputteren NL>DE
tegensputteren (ww.) meckern (ww.) ; murren (ww.) ; schwätzen (ww.) ; sich wehren (ww.)
tegensputteren (werkw.) aufmucken ; murren
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `tegensputteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: murmureren
NL: protesteren
NL: sputteren
NL: tegenpruttelen
NL: tegenspartelen