Vertaal
Vertalingen tegenpruttelen NL>DE
tegenpruttelen (ww.) meckern (ww.) ; murren (ww.) ; schwätzen (ww.) ; sich wehren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tegenpruttelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: protesteren
NL: sputteren
NL: tegensputteren