Vertalingen tafelen NL>DE
tafelen (ww.) | dinieren (ww.) ; ernähren (ww.) ; essen (ww.) ; fressen (ww.) ; füttern (ww.) ; genießen (ww.) ; konsumieren (ww.) ; soupieren (ww.) ; speisen (ww.) ; tafeln (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tafelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dinerenNL: eten