Vertalingen streek NL>DE
streek
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [strek] |
Verbuigingen: | streken (meerv.) |
1) daad waarover je verontwaardigd bent of waaraan je je ergert -
Streich (der ~) Hij heeft me een smerige streek geleverd door er vandoor te gaan met mijn vrouw. - Er hat mir einen schmutzigen Streich gespielt, indem er mit meiner Frau abgehauen ist. Ik heb een stomme streek uitgehaald. - Ich habe einen dummen Streich gespielt. |
2) gebied binnen een land -
Region (die ~), Gegend (die ~), Landstrich (der ~) streekproducten - regionale Produkte |
3) deel van de uitdrukking: -
op streek (=als je goed functioneert) - in Fahrt
Ik ben goed op streek gekomen met het schilderwerk. - Ich bin mit meiner Malerarbeit gut vorangekommen.
|
4) deel van de uitdrukking: -
van streek (=als je niet normaal functioneert door iets ergs) - durcheinander
Hij was helemaal van streek toen hij hoorde van de dood van zijn moeder. - Er war komplett fassungslos, als er vom Tod seiner Mutter hörte.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de streek (v) | der Schabernack ; der Raum |
de streek (m) | die Region ; das Gefilde |
de streek | der Scherz ; die Zone ; der Ulk ; der Streich ; das Späßchen ; das Spaßen ; der Spaß ; die Schäkerei ; die Region ; die Provinz ; die Lauer ; die Landstriche ; das Gelände ; die Gegend ; die Gau ; das Fläche ; die Flausen ; der Bezirk ; der Bereich |
streek | Region |
Bronnen: Wikipedia; Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `streek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebiedNL: geintjeNL: gewestNL: gordNL: gordelNL: gouwNL: hoekNL: landstreekNL: listNL: loerUitdrukkingen en gezegdes
NL: dwaze streken uithalen
DE: tolle Streiche machenNL: streken uithalen
DE: (verzinnen, uitbroeden) Streiche ausheckenNL: streken hebben
DE: Schrullen (im Kopf) haben, (valse streken) es faustdick hinter den Ohren habenNL: op
streek (gang) zijn
DE: im Zuge seinNL: (mijn maag) is van
streek
DE: ist in Unordnung, ist verstimmtNL: (hij is) van
streek
DE: (ziek) unwohl, unpäßlich, (in de war) verwirrt, (de kluts kwijt) außer FassungNL: (iemand) van
streek (brengen)
DE: in Verwirrung, aus dem KonzeptNL: v.
streek raken
DE: in Verwirrung geraten, die Fassung verlieren