Vertaal
Naar andere talen: • stouterd > ENstouterd > ESstouterd > FR
Vertalingen stouterd NL>DE
de stouterd (m) der Bengel ; der Flegel ; der Frechdachs ; der Gauner ; der Lausbube ; der Lausejunge ; der Lümmel ; der Racker ; der Rüpel ; der Schelm ; der Schurke ; der Straßenjunge ; der Taugenichts
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `stouterd`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ondeugd