Vertaal
Naar andere talen: • sik > ENsik > ESsik > FR
Vertalingen sik NL>DE

sik

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [sɪk]
Verbuigingen:  sikken (meerv.)

plukje haar of baardje op alleen de kin - Kinnbart (der ~), Ziegenbart (der ~)
Hij draagt een sikje. - Er trägt einen kleinen Kinnbart.
een geit met een sik - eine Ziege mit einem Ziegenbart

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de sik (m) der Kinnbart ; der Spitzbart ; der Ziegenbart
Bronnen: Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `sik`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: baard
NL: kinbaardje