Vertalingen schipperen NL>DE
schipperen
werkw.
Uitspraak: | [ˈsxɪpərə(n)] |
Verbuigingen: | schipperde (verl.tijd ) heeft geschipperd (volt.deelw.) |
zo handelen dat je problemen en conflicten vermijdt -
tactieren , Kompromisse eingehen Als je niet bereid bent een beetje te schipperen, bereik je helemaal niets. - Wenn man nicht bereit ist, Kompromisse einzugehen, erreicht man überhaupt nichts. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schipperen (ww.) | ausweeichen (ww.) ; sich nicht festlegen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schipperen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedisselenNL: laverenUitdrukkingen en gezegdes
NL: altijd willen
schipperen
DE: immer Kompromisse suchen, ein Kompromißler seinNL: (men moet) een beetje weten te
schipperen
DE: leben und leben lassenNL: (hij zal dat) wel
schipperen
DE: schon machen, schon deichseln