Vertalingen samenzweren NL>DE
samenzweren (ww.) | sich verschwören (ww.) ; zusammenrotten (ww.) |
samenzweren (werkw.) | sich verschwören |
het samenzweren | die Intrige ; das Intrigieren ; das Klompottieren ; die Machenschaft |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `samenzweren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: conspirerenNL: komplotterenNL: samenspannen