Vertaal
Naar andere talen: • samen > ENsamen > ESsamen > FR
Vertalingen samen NL>DE

samen

bijwoord
Uitspraak:  [ˈsamə(n)]

bij of met elkaar - gemeinschaftlich , zusammen , gemeinsam
We gaan al jaren samen op vakantie. - Wir fahren schon jahrelang gemeinsam in Urlaub.
Ik heb een weekeindhuisje samen met mijn broer en zus. - Ich hab zusammen mit meinem Bruder und meiner Schwester ein Wochenendhäuschen.
Een frietje met, een blikje cola en een frikandel, dat is samen € 8,50. - Eine Pommes mit, eine Dose Cola und eine Fleischrolle, das macht zusammen € 8,50.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
samen (bijwoord) zusammen
samen beieinander ; beisammen ; gemeinsam ; mit einander ; miteinander ; zusammen ; zuzweit
Bronnen: Wiktionary; interglot


Voorbeeldzinnen met `samen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aaneen
NL: Algemeen
NL: bij elkaar
NL: bijeen
NL: collectief
NL: gelijk
NL: gelijktijdig
NL: Gemeenschappelijk
NL: gezamenlijk
NL: ineen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (we zijn) het samen eens DE: einig, miteinander einverstanden
NL: goedenavond samen DE: guten Abend miteinander