Vertalingen sabbelen NL>DE
sabbelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈsɑbələ(n)] |
Verbuigingen: | sabbelde (verl.tijd ) heeft gesabbeld (volt.deelw.) |
zuigen op en likken aan -
lutschen , schlecken op een lolly sabbelen - an einem Lolly lutschen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sabbelen (ww.) | lutschen (ww.) ; saugen (ww.) |
sabbelen (werkw.) | lutschen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `sabbelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lurkenNL: zabbelenNL: zuigen