Vertalingen purper NL>DE
purper
bijv.naamw.
purperen
bijv.naamw.
tussen paars en rood in -
purpurrot De hemel was purper. - Der Himmel war purpurrot. een purperen hemel - ein purpurroter Himmel |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
purper | lila ; lilafarbig ; purpur ; veilchenfarbig ; violett |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `purper`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: paarsNL: pimpelpaarsNL: purperen