1. MWB
  2. Vertalen
  3. produceren (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • produceren > EN • produceren > ES • produceren > FR
Vertalingen produceren NL>DE

produceren

werkw.
Uitspraak:  [prodyˈserə(n)]
Verbuigingen:  produceerde (verl.tijd ) heeft geproduceerd (volt.deelw.)

zorgen dat iets ontstaat - erzeugen , herstellen , produzieren
Een olifant produceert per jaar meer dan een ton mest. - Ein Elefant erzeugt pro Jahr mehr als eine Tonne Mist.
kaas produceren voor de exportmarkt - Käse für den Exportmarkt produzieren
een film produceren - einen Film produzieren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
produceren (ww.) anfertigen (ww.) ; entwickeln (ww.) ; erzeugen (ww.) ; fabrizieren (ww.) ; fertigbringen (ww.) ; herstellen (ww.) ; machen (ww.) ; produzieren (ww.) ; verfassen (ww.) ; verfertigen (ww.) ; vorbringen (ww.) ; zeugen (ww.)
produceren (werkw.) herstellen ; produzieren
produceren erzeugen ; hervorbringen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `produceren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanmaken
NL: fabriceren
NL: maken
NL: overleggen
NL: vervaardigen
NL: vervaardiging
NL: voortbrengen