Vertaal
Naar andere talen: • fabriceren > ENfabriceren > ESfabriceren > FR
Vertalingen fabriceren NL>DE

fabriceren

werkw.
Uitspraak:  [fabriˈserə(n)]
Verbuigingen:  fabriceerde (verl.tijd ) heeft gefabriceerd (volt.deelw.)

iets in grote aantallen produceren - herstellen , produzieren
een bedrijf dat pijpleidingen produceert - ein Betrieb, der Rohrleitungen herstellt

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fabriceren (ww.) anfertigen (ww.) ; entwickeln (ww.) ; erzeugen (ww.) ; fabrizieren (ww.) ; fertigbringen (ww.) ; herstellen (ww.) ; machen (ww.) ; produzieren (ww.) ; verfassen (ww.) ; verfertigen (ww.) ; vorbringen (ww.) ; zeugen (ww.)
fabriceren anfertigen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `fabriceren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanmaken
NL: fabrikeren
NL: maakt
NL: maken
NL: produceren
NL: vervaardigen
NL: vervaardiging
NL: voortbrengen