Vertalingen poel NL>DE
de poel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [pul] |
Verbuigingen: | poelen (meerv.) |
ondiep, stilstaand water in de openlucht -
Pfuhl (der ~), Pfütze (die ~) modderpoel - Schlammpfütze |
een poel van verderf (=een plaats waar mensen dingen doen die niet horen) - Sündenpfuhl
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de poel (m) | die Pfütze ; die Schlammpfütze ; der Teich ; der Tümpel |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `poel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blankheidNL: glansNL: kolkNL: modderpoelNL: plasNL: vijver